Alles over een Stichting Derdengelden
15-07-2021 Door Geen categorie

Alles over een Stichting Derdengelden

Wanneer een gerechtsdeurwaarder geld ontvangt bij de incassering van een vordering, worden deze gelden altijd op een zogenoemde derdengeldrekening gestort. De gelden die hier op staan worden wettelijk gekwalificeerd als “geld van derden” en zijn aldus niet van het gerechtsdeurwaarderskantoor. Mocht onverhoopt het gerechtsdeurwaarderskantoor failliet gaan, dan vallen de gelden die staan op de derdengeldrekening buiten het faillissement. Vanaf deze Derdengeldrekening worden ook de gelden overgemaakt waar de schuldeisers recht op hebben na een succesvolle incassering van hun vordering.

Stichting Derdengelden

Derdengeldrekeningen of ook wel kwaliteitsrekeningen genoemd, worden met name gebruikt door gerechtsdeurwaarders, notarissen en advocaten om namens cliënten gelden te incasseren, of om tijdelijk gelden veilig te stellen. Het betreft altijd een bankrekening die wordt aangehouden bij een neutrale en financieel betrouwbare bank. Bij advocaten wordt vaak hiervoor een zogenoemde Stichting Derdengelden opgericht, met een aparte derdengeldrekening die losstaat van de andere financiële zaken in het bedrijf.

Derdengeldrekening is beschermd

Een derdengeldenrekening is beschermd in die zin dat er geen beslag op kan worden gelegd door schuldeisers van de houder van de derdengeldrekening. Ook mogen de gelden die op de derdengeldrekening staan niet worden meegenomen in een eventueel faillissement van de houder van de derdengeldrekening. Zo wordt gewaarborgd dat de derdengelden, altijd toekomen aan de begunstigde. Anders dan gerechtsdeurwaarders zijn incassobureaus niet verplicht om een derdengeldrekening te hebben of gebruiken. Dit betekent dat bij een faillissement van een incassobureau er meestal geen geld meer aanwezig is voor de klanten van het incassobureau en daardoor kunnen zij “fluiten” naar hun geld. Gerechtsdeurwaarders zijn volgens de Gerechtsdeurwaarderswet verplicht om geïncasseerde gelden van cliënten op een derdengeldrekening te zetten. Dit is wettelijk zo geregeld om ervoor te zorgen dat deze gelden gescheiden blijven van het kantoor vermogen van de deurwaarder. Indien een deurwaarder onverhoopt failliet gaat, dan valt de Derdengeldrekening buiten het faillissement.

Bestemd voor gelden van derden

Volgens artikel 19 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn derdengeldrekeningen uitsluitend bestemd voor de gelden die aan de gerechtsdeurwaarder in verband met zijn werkzaamheden als zodanig ten behoeve van derden worden toevertrouwd. Indien deze gelden van cliënten abusievelijk op een andere bankrekening van de gerechtsdeurwaarder zijn gestort, moeten deze gelden onmiddellijk op een derdengeldrekening worden gestort. Wanneer ten onrechte gelden op de derdengeldrekening zijn gestort, is de gerechtsdeurwaarder verplicht deze onverwijld op de juiste bankrekening te storten.

Geen bedrijfsuitgaven

Volgens artikel 5 van de Administratieverordening gerechtsdeurwaarders moet de administratie van de gerechtsdeurwaarder zodanig ingericht zijn dat hij kan zorgen voor een zorgvuldige bewaring van cliëntengelden en voor een juiste en tijdige doorbetaling van de door hem geïnde gelden. Dat betekent onder meer dat bedrijfsuitgaven, zoals betaling van salarissen en privé-uitgaven niet van de derdengeldrekening mogen worden verricht. De aan de gerechtsdeurwaarder toevertrouwde gelden moeten altijd volledig beschikbaar zijn. De gerechtsdeurwaarder moet dus op ieder moment en zonder enige beperking over deze gelden kunnen beschikken. Hierbij dient de bewaringspositie altijd positief te zijn en kan de gerechtsdeurwaarder pas gelden van deze bijzondere bankrekening naar de bankrekening van het kantoor overboeken op het moment dat hij heeft vastgesteld dat zijn bewaringspositie toereikend is. De bewaringspositie is het verschil tussen het saldo van de kwaliteitsrekening(en) en het totaal van de bewaarplicht. Een gerechtsdeurwaarder is ook verplicht om een eventueel tekort in het saldo van de derdengeldrekening direct aan te vullen. De gerechtsdeurwaarder zal persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor het eventuele tekort op zijn derdengeldrekening.

Recht op uitbetaling

Een schuldeiser heeft altijd recht op uitbetaling van zijn aandeel in het saldo van de derdengeldrekening. Wanneer er onverhoopt onvoldoende geld staat op de derdengeldrekening, dan mag de gerechtsdeurwaarder aan iedere schuldeiser niet meer geld uitkeren dan waar hij naar evenredigheid van zijn aandeel recht op heeft. Indien de gerechtsdeurwaarder zelf ook rechthebbende is, dan krijgt hij datgene wat resteert nadat alle andere rechthebbenden hun aandeel hebben ontvangen.

De Minister van Financiën staat borg

Mocht een gerechtsdeurwaarderskantoor of notariskantoor onverhoopt failliet gaan, dan staat de Minister van Financiën staat borg. Mocht er een tekort aan gelden aanwezig zijn voor de schuldeisers op de derdengeldrekening, dan zal de Minister van Financiën de ontbrekende gelden die al wel waren ontvangen voor de schuldeisers, maar door het faillissement dus ontbreken omdat er onvoldoende saldo op de derdengeldrekening stond, overmaken naar de gedupeerde schuldeisers.

Toezicht op Derdengeldrekening

Het toezicht op Derdengeldrekeningen bij gerechtsdeurwaarders ligt bij het Bureau Financieel Toezicht (BFT). Hierbij is met name sprake van preventief toezicht om de derdengelden te waarborgen bij een eventueel faillissement van de gerechtsdeurwaarder.

Heeft u vragen na het lezen van deze blog? Aarzel niet en neem contact met ons op.

Meest gestelde vragen

  • Hoe ziet een incassoprocedure eruit?
  • Kan ik jullie inschakelen op basis van no cure no pay?
  • Wanneer kan ik een deurwaarder inschakelen?
  • Wat doet een deurwaarder?
  • Wat is een (on)betwiste vordering?
  • Wat zijn de kosten van een deurwaarder?
  • Welke bevoegdheden heeft een deurwaarder?
Lees meer FAQ's
Wij scoren gemiddeld een 9,6 op basis van 45 recensies